Het investeren in residentieel vastgoed in het Verenigd Koninkrijk kan een spannende en lucratieve onderneming zijn, maar net als bij elk ander veld, heeft het zijn eigen jargon dat in eerste instantie verwarrend kan zijn. Hier volgt een lijst van de 20 meest voorkomende afkortingen en termen die je waarschijnlijk tegen zult komen, met een korte uitleg om je op weg te helpen.
- BTL (Buy-To-Let) – Dit verwijst naar het kopen van een woning om deze te verhuren. BTL-beleggingen zijn een populair middel voor maandelijkse (huur)inkomsten en vermogensgroei.
- LTV (Loan-To-Value) – Een ratio die de grootte van een hypotheek als percentage van de totale waarde van het vastgoed uitdrukt. Bijvoorbeeld, een LTV van 75% betekent dat de hypotheek 75% van de waarde van het vastgoed is.
- BMV (Below Market Value) – Aanduiding voor een eigendom dat onder de marktwaarde wordt aangekocht. Dit kan wijzen op een potentieel voor directe vermogenswinst (op papier).
- HMO (House in Multiple Occupation) – Een woning die wordt verhuurd aan drie of meer huurders die niet één huishouden vormen (bijvoorbeeld geen familie), maar faciliteiten delen zoals de badkamer en keuken. Dit kunnen studenten zijn, maar ook bijvoorbeeld young professionals.
- ROI (Return On Investment) – Een maatstaf voor het rendement van een investering. Het wordt berekend door de winst (of verlies) van een investering te delen door de totale kosten.
- Yield – De jaarlijkse inkomsten uit een investering uitgedrukt als percentage van het geïnvesteerde kapitaal. Bij vastgoed wordt dit vaak berekend door de jaarhuur te delen door de waarde van het pand.
- Freehold – Een term die aangeeft dat de eigenaar van het pand ook eigenaar is van de grond waarop het pand staat. Dit is in tegenstelling tot leasehold.
- Leasehold – Hier bezit je het recht om een pand te bewonen voor een vooraf bepaalde periode, maar de grond waarop het pand staat, is niet jouw eigendom. In geval van een appartement is de structuur van het gebouw (dak, buitenmuren) niet jouw eigendom, maar eigendom van de freeholder. De freeholder is dan ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de structuur.
- Capital Growth – De toename van de waarde van een eigendom over tijd. Dit is een van de belangrijkste doelstellingen voor lange termijn vastgoedinvesteerders.
- Equity – Het verschil tussen de waarde van een onroerend goed en de schuld die nog verschuldigd is op enige hypotheken of leningen beveiligd tegen het onroerend goed.
- Gearing – Het gebruik van geleend kapitaal (schuld) om de terugkeer van een investering te verhogen. Hoge gearing kan de risico’s verhogen, maar ook de potentieel te behalen rendementen.
- Off-Plan – Het kopen van vastgoed voordat het is gebouwd. Dit kan voordelen bieden in termen van prijs, maar draagt ook het risico dat het eindproduct niet aan de verwachtingen voldoet.
- Stamp Duty Land Tax (SDLT) – Dit is een belasting die wordt geheven op de aankoop van huizen in Engeland en Noord-Ierland. De kosten zijn onder andere afhankelijk van de prijs van de woning en of het je hoofdwoning is.
- Valuation – Een schatting van de marktwaarde van een eigendom, vaak uitgevoerd door een professionele taxateur.
- Conveyancing – Het juridische proces rondom de aankoop en verkoop van onroerend goed.
- Buy-to-Sell – Dit is een strategie waarbij een belegger een onroerend goed koopt met het doel het op te knappen en het vervolgens voor winst te verkopen.
- Negative Equity – Een situatie waarin de waarde van een huis lager is dan de uitstaande hypotheekschuld.
- Gross Yield – Het totale jaarlijkse huurinkomen uit een eigendom als percentage van de aankoopprijs of de waarde van het eigendom, voor aftrek van uitgaven.
- Net Yield – Dit is vergelijkbaar met bruto yield, maar houdt rekening met operationele kosten zoals onderhoud, beheer en servicekosten.
- Fixed-rate Mortgage – Een hypotheek met een rentevoet die voor een bepaalde periode vaststaat, ongeacht veranderingen in de marktrente.
Als je net begint, is het belangrijk om te begrijpen dat vastgoedinvesteringen, hoewel potentieel winstgevend, ook risico’s met zich meebrengen. Het is essentieel om goed onderzoek te doen, de lokale markt te begrijpen, en indien nodig professioneel advies in te winnen.
Daarnaast is het belangrijk om een gedegen financieel plan te hebben. Weet hoeveel je kunt veroorloven te besteden en hoeveel je potentieel kunt lenen. Houd rekening met alle kosten, niet alleen de aankoopprijs van het onroerend goed, maar ook transactiekosten, belastingen, onderhoudskosten en eventuele andere uitgaven.
Tot slot, netwerken is cruciaal. Sluit je aan bij lokale groepen, ga naar bijeenkomsten, en praat met makelaars en andere investeerders. Het delen van kennis en ervaringen kan van onschatbare waarde zijn.